De gevolgen van een scheiding voor kinderen worden vaak onderschat. Een scheiding is een ingrijpende gebeurtenis die voor kinderen grote gevolgen met zich mee kan brengen. Het is dan ook heel belangrijk dat scheidende ouders hun kinderen goed opvangen en ondersteunen en de behoefte en belangen van hun kinderen centraal stellen. In deze blog vertel ik je wat de mogelijke gevolgen per leeftijd zijn.  

Mogelijke gevolgen van echtscheiding voor kinderen

Er kunnen verschillende gevolgen zijn voor het kind. Deze hangen ook samen met de leeftijd van het kind. Voorbeelden van gevolgen voor het kind zijn:
  • emotionele problemen; depressieve gevoelens, stress, boosheid, verdriet, loyaliteitsproblemen (het gevoel te moeten kiezen tussen papa en mama), gevoelens van angst, identiteitsproblemen, eenzaamheid, onterecht gevoelens van schuld en een laag zelfbeeld
  • gedragsproblemen; agressief gedrag, vormen van delinquentie, vandalisme en riskante gewoonten (roken, blowen, drugs- of alcoholgebruik)
  • problemen in (vriendschaps)relaties
  • een zwakkere band met de ouders, vooral met de vaders omdat kinderen vaak meer bij moeder verblijven
  • risico op hechtingsproblematiek
  • problemen op school, zoals lagere cijfers, concentratieproblemen en spanningen in het contact met andere leerlingen
  • lichamelijke problemen (hoofdpijn, buikpijn, slaapproblemen, stressklachten)
  • een nieuw leven in een stiefgezin
  • verlies van vriendjes, familie, vertrouwde leerkrachten (door verhuizing na de scheiding)

Uit onderzoek blijkt dat kinderen die te maken hebben gehad met een moeizaam scheidingsproces, ook wel vechtscheiding genoemd, vaker te kampen hebben met leer- en gedragsproblemen, emotionele, psychische en sociale problemen en een negatief zelfbeeld.

Gevolgen van een scheiding voor kinderen van verschillende leeftijden

Kind 0-2 jaar

  • Heeft geen taal tot zijn beschikking en reageert op stress en spanning door meer te huilen.
  • Is extra kwetsbaar. Wanneer een van de ouders niet meer thuis is en het kind iedere week een lange reis moet maken naar een ander huis, is er sprake van een verlieservaring die lang kan doorwerken in de ontwikkeling van het kind. Het kind voelt dat vaste ritmes veranderen.
  • Voelt het gemis van een tweede verzorgende ouder.
  • Vangt ook negatieve signalen van de ouder(s) op en associeert die op onbewust niveau met negatieve gevoelsbeleving over zichzelf en de ouder(s).
  • Krijgt niet de mogelijkheid om beide ouders in gelijke mate als ouder te beleven.
  • Ouder(s) zijn emotioneel minder beschikbaar, minder sensitief en minder responsief.
  • Het hechtingsproces van het kind loopt risico.

Peuter 2-4 jaar 

  • Minder kans om zich te kunnen identificeren met beide ouders in hun ouderrol.
  • Risico dat het kind de reden van scheiding aan zichzelf relateert.
  • Ouders kampen zelf met moeite (angsten) om greep te krijgen op hun eigen wereld die net is ingestort. Deze angst beïnvloedt mogelijke typische angsten van de peuter.

Kleuter 4-6 jaar

  • Legt de schuld van de scheiding bij zichzelf.
  • Interpreteert het vertrek van een ouder als persoonlijke afwijzing.
  • Boosheid wordt elders geuit.
  • Is bang om de andere ouder ook te verliezen.
  • Vertoont regressieverschijnselen.
  • Valt vooral terug op fantasie en magisch denken.
  • Heeft veel vragen over de toekomst.

Jong basisschoolkind 6-9 jaar

  • Maakt zich zorgen om ouder(s), gaat ouder tevreden stellen en zich aanpassen.
  • Prille identificatie met de ouder die het meest slachtoffer van de situatie is.
  • Risico op parentificatie (identificatie met de ouders).
  • Risico op slechte schoolprestaties als gevolg van een verstoring van het basale leerproces.
  • Eventueel schoolwisseling door scheiding/verhuizing midden in het basale leerproces.
  • Kind moet mogelijk stoppen met deelname aan clubs of hobby’s door financiële teruggang gezin.

Ouder basisschoolkind 9-12 jaar

  • Zoekt compensatie buiten het gezin.
  • Voelt verdriet en onbegrip omdat het ziet dat andere gezinnen nog wel intact zijn.
  • Voelt zich in de steek gelaten door ouder(s).
  • Kan scheiding rationeel wel begrijpen, maar emotioneel nog niet verwerken.
  • Ontwikkelt coping mechanismen om emotioneel overeind te blijven.
  • Verliest in geval van verhuizing vaste vriendjes.
  • Verliest door financiële teruggang deelname aan clubs en dergelijke.

Jonge puber 12-14 jaar

  • Er is vaak sprake van emotionele verwarring.
  • Wendt zich vervroegd af van het gezin.
  • Vertoont vooral problemen als ouder(s) nieuwe relatie aangaat.
  • Zoekt elders steun.
  • Zet zich heftig af zonder compensatie.
  • Sneller geneigd partij te kiezen, polarisatie.
  • Verandering in eigen ontluikende seksualiteit, of sneller of afhoudender.
  • Risico op horizontale relatievorming tussen ouder(s)-kind.
  • Minder sociale controle op het kind.
  • Sneller kans op afglijden.

Oudere puber 14-17 jaar

  • Heeft vaak gevoelens van schaamte.
  • De onzekerheid die bij deze leeftijdsfase hoort wordt versterkt.
  • Gevoelens van boosheid.
  • Legt schuld bij de initiërende partij.
  • Versnelde losmaking van thuis.
  • Verlies van ontzag, respect voor ouders.
  • Er kunnen problemen ontstaan met aanpassing.
  • Minder toezicht van ouders op de jongere.
  • Grotere kans op experimenteren met seksualiteit, drank en drugs.
  • Er bestaat een risico tot afglijden.

 Adolescent 17-20 jaar

  • De ontwikkeling stagneert, kans op terugkeren naar een eerdere fase van de ontwikkeling.
  • Het komt vaker voor dat adolescenten een tegenovergestelde reactie vertonen op hun gevoel (bijvoorbeeld angst wegbluffen).
  • Ook kunnen gevoelens weggedrukt worden om overmatig aangepast te kunnen zijn.
  • Adolescenten zoeken iets ter compensatie.
  • Sommigen drukken hun gevoelens weg en beredeneren de situatie rationeel.
  • Ook kan het verdriet en het verlies ontkend worden en gevoelens verdrongen. Als reactie op het conflict kunnen adolescenten polariseren, door de tegenstelling tussen hun ouders te versterken of de kant van een ouder te kiezen.